Kropmelk is zeer rijk aan vetten (±12,5%), eiwitten(±18,5%) en vooral ook aan antistoffen. Pasgeboren jonkies moeten namelijk hun immuunsysteem nog ontwikkelen. Ze groeien zeer snel en die rijke geconcentreerde kropmelk voorziet hen in de daartoe alle benodigde voedingsstoffen.
Eens overgeschakeld op granen hangen onze dieren af van wat wij ze voorschotelen. Het is dan van belang een kweekvoer te kiezen met een vetgehalte wat min of meer in de buurt komt van de kropmelk. De eiwitten in het voer zijn de bouwstoffen en aangezien de kleine gele pasgeboren jonkies een goeie 25 dagen na de geboorte al van de ouders gescheiden kunnen worden, behoeft het vast geen tekeningetje dat ook deze zeer belangrijk zijn om de jongen mooi te laten uit- en opgroeien.
Opgelet echter, dat eiwitgehalte kan hoog zijn maar de gehaltes die op de labels vermeld staan zijn de ruwe eiwitgehaltes. Bij peulvruchten zoals erwten, bonen, vitsen, linzen, katjang,... kan amper 25-30% door het lichaam opgenomen worden. Al de rest komt er achteraan terug uit en is voor de mesthoop. Komt daar ook nog bij dat het voor duiven een lang en moeilijk verteringsproces is. Het opneembare eiwitgehalte, het percentage van het ruwe eiwitgehalte dat het duivenlichaam effectief kan opnemen uit een kweekmengeling is veel belangrijker dan het ruwe eiwitgehalte.
Bekijk je de eiwitgehaltes van een mengeling die ±40-45% peulen bevat, dan kom je al snel aan een ruw eiwitgehalte van ±18%, terwijl het benutbare eiwitgehalte amper 6,4% bedraagt. Zet je daartegenover een mengeling met ±15% peulen zal het ruwe eiwitgehalte veel lager uitvallen (±15.6%), doch het benutbare deel van de eiwitten (±8.4%) zal flink hoger uitvallen.
Ruw vet | Ruw eiwit | Opneembaar eiwit | |
Kweekmengeling met ±40-45% peulen | ±3.3% | ±18% | ±6,4% |
Kweekmengeling met ±15% peulen | ±10% | ±15,6% | ±8,4% |
Merk meteen ook op dat niet alleen het opneembare eiwitgehalte voordeliger uitkomt, maar eveneens het vetgehalte veel beter aansluit bij de percentages van de kropmelk. Vetrijke granen en zaden bevatten nu eenmaal hoge(re) opneembare eiwitgehaltes. Deze waardes zijn terug te vinden op het label dat op je zak voer kleeft of op de website van je voerfabrikant.
Hoe verder die nutritieve waardes van je kweekvoer verwijderd zitten van de kropmelk van de duiven, des te meer het aan te raden is om bij de overgang van pap naar graan wat extra eiwitten of aminozuren toe te voegen. Probeer dat evenwel tot een minimum te beperken. Eiwitkorrels, proteïne of aminozuren zijn heel makkelijk op te nemen maar maken ook het organisme een beetje “lui”. Het is ook zeer belangrijk dat dat soort eiwitten en/of aminozuren compleet maar vooral in de juiste balans zijn. Anders kan de duif er ook maar weinig mee. Zie het een beetje als een spel kaarten waar bijvoorbeeld harten aas ontbreekt. Amper 1 kaartje maar toch kan je met dat boek eigenlijk niets meer aanvangen.
Meer info over een perfect uitgekiend kweekschema vind je hier:
AIDI Super Kweekschema
AIDI Super Kweekschema met AIDI Pro Bacterial
Eddy Noël