Ze zitten er maar wat te zitten en verbruiken maar zeer weinig energie. Dan wordt het al makkelijk een probleem dat ze te zwaar worden. Een goede conditie en overgewicht gaan echter niet zo goed samen. Beter voorkomen dan genezen dus, maar hoe doe je dat nu?
Duiven minder voederen zal er in eerste instantie voor zorgen dat de stofwisseling vertraagt. Een vertraagde stofwisseling zorgt er echter voor dat duiven spaarzamer met energie omgaan. Je merkt het vooral bij duivinnen. Die gaan van nature anders om met de vethuishouding en, eerder dan doffers, worden ze echt slijkvet. Een ander nadeel van een vertraagde stofwisseling is dat ook het immuunsysteem op een lager pitje zal draaien en u raadt het al, de weerstand daalt en de dieren worden vatbaarder voor ziektes. Dat moeten we ook al beter niet hebben.
Slechts één keer per dag voederen zal er ook toe leiden dat duiven makkelijker vervetten en ook wederom omdat je in dit geval de stofwisseling niet aan de gang houdt.
Alleen gerst aan opgesloten duiven voederen om ze gewicht te laten verliezen, hoe weinig ook, zal net het omgekeerde effect geven. Gerst bevat namelijk enorm veel koolhydraten. Koolhydraten zijn voor het lichaam eigenlijk gewoon suikers die voor “snelle” energie zorgen. Die energie kunnen opgesloten dieren niet kwijt waardoor ze uiteindelijk opgeslagen zal worden als lichaamsvet.
Een te laag eiwitgehalte in het voer zal eiwitten aan het lichaam onttrekken en dat moeten we ook niet. Het immuunsysteem verbruikt trouwens ook nogal wat eiwitten.
Vetten zijn eveneens nodig in een goed winter- of rustvoer, al was het maar om de opname van voldoende vet-oplosbare vitamines te garanderen. “Goede” vetten, in dit geval Omega-3 vetzuren ondersteunen in belangrijke mate het immuunsysteem. Je kan en mag dus gerust wat lijnzaad- of koolzaadolie door het voer mengen. Vetrijke granen en zaden hebben bovendien ook nog eens het voordeel dat ze relatief veel opneembare eiwitten bevatten.