Eddy Noël
In mei leggen alle vogels een ei zegt het spreekwoord. Ei zo na zou het kunnen, al houdt dat gezegde al langer geen stand. De milde(re) temperaturen zorgen er voor dat zowel het dieren- als plantenrijk zich steeds vroeger en vroeger opmaken voor groei en bloei en de voortplanting. Wij duivenliefhebbers kunnen er misschien wel dankbaar gebruik van maken, maar als je wil meedingen met de besten in het hoogst van het seizoen of de nationaals is het toch zaak er voor te zorgen dat de jonge duiven voldoende oud, sterk en ontwikkeld zijn tegen die tijd. Dat betekent in liefhebberstaal dat we de ouderdieren aan winterkweek laten doen.
Goed begonnen is half gewonnen…
…zegt het spreekwoord, en daar is iets van. Om gezonde sterke jonge duiven te kweken moeten de ouderdieren in topconditie verkeren. In putje winter is dat echter niet zo evident en dienen we toch best met een aantal zaken rekening te houden. Een goede voorbereiding is van cruciaal belang. Vele hokbezoeken leerden mij dat vooral vastzittende duiven op gewicht houden één van de grootste problemen is.
Seizoenen
Gedurende de winter zijn de dagen korter. Er is niet alleen minder lang licht maar ook de intensiteit van het licht is een pak lager dan in zomertijd. Eveneens zijn de temperaturen gevoelig lager terwijl in de natuur het aanbod aan voedsel eerder schaars is. Dat is niet meteen uitnodigend om voor het nageslacht te gaan zorgen. Dieren in de natuur zijn al lang blij als ze al voor zichzelf kunnen zorgen, laat staan dat er ook nog voor een hongerige kroost in het nest zou liggen. In de natuur is echter niets “toevallig”. Het schaarse aanbod zorgt er voor dat dieren in perfecte conditie blijven. Er wordt wel eens gezegd: er sterven er meer van te veel dan van te weinig…
Duiven op gewicht houden
Het heeft geen zin duiven gerantsoeneerd te voederen om ze te laten afslanken. Beter is ze van een aan het seizoen aangepaste mengeling te voorzien. Je kan ze bijvoorbeeld tijdens de wintermaanden een rui- of een standaardmengeling te eten geven maar deze bevatten niet de juiste mix van granen en zaden waardoor duiven zeer snel kunnen aanvetten. Minder voederen heeft geen zin en werkt eerder omgekeerd. Als we de duiven minder voeren zal de stofwisseling vertragen. Vertraagt de stofwisseling, zullen ook het weerstandsvermogen en de immuniteit op een lager pitje komen te staan. Dat is niet meteen handig als je stralende en gezonde vitale duiven op je hokken wil. Een ander nadeel er aan is dat eens je de duiven dan toch terug “beter” voer geeft, ze er meteen zoveel mogelijk gaan van “stockeren”. Dat is een natuurlijke reactie van de natuur. Gevolg, te vette beestjes…
“Goede” en “slechte” vetten
Je mag dagelijks anderhalve kilo vette vis eten, daar kom je geen gram van bij, integendeel zelfs. Dagelijks frietjes of hamburgers om maar iets te zeggen, dat zal een ander paar mouwen zijn. Het heeft geen zin duiven alleen maar gerst voor te zetten om ze niet aan te laten vetten. Akkoord, gerst bevat niet eens 2% vet, maar het is helemaal niet zo dat alleen vetten uit de voeding omgezet worden in lichaamsvet. Dat gebeurt evenzeer met eiwitten en koolhydraten.
Wanneer duiven niet trainen, geen competitie vliegen of opgesloten blijven heeft het dus geen zin ze minder voer of vetarm voer te geven. Beter is te zorgen voor een mengeling met minder calorieën waarvan ze toch nog voldoende mogen eten. Het klinkt misschien een beetje raar maar onze duiven zullen eerder te zwaar worden van een vetarm dieet dan van een mengeling die -mits de juiste vetzuren- toch een vetpercentage van 5-7% bevat. Die vetzuren zijn net belangrijk om de conditie, het gewicht en de gezondheid van de duiven op peil te houden. Die vetten geven duiven trouwens sneller een verzadigingsgevoel, zijn nodig om vet oplosbare vitamines zoals bijvoorbeeld A,E,D,K op te nemen, die overigens een goede hormoonwerking garanderen.
Calcium
Duiven begeleiden de dag van vandaag is niet meer hetzelfde als een aantal jaren geleden. Hoofdzakelijk het voersysteem werd veel verbeterd in die zin dat vooral erwten en peulen geweerd worden in de mengelingen. Dat wegens moeilijk verteerbaar, omdat ze weinig energie leveren en daarenboven veel afvalstoffen produceren. Laat nu vooral die erwten en peulen de grootste bron van calciumtoevoer zijn. Tekorten aan calcium tijdens de kweek van jongen heeft al meteen een groeiachterstand tot gevolg en zal tevens een grote invloed hebben op de ontwikkeling en sterkte van het beendergestel. Meer in het algemeen speelt calcium een grote rol in de omzetting van koolhydraten, eiwitten en vetzuren als energiebron. Net dat is zeer belangrijk voor sportduiven die een vrij intensief vliegprogramma voorgeschoteld krijgen. Een te geringe calciumopname vermindert eveneens de werking en de kracht van de spieren en het hart. In ergere gevallen ontstaat zelfs botontkalking. Als we bijvoorbeeld ook nog het drinkwater verzuren en we maken het te zuur zal nog meer calcium onttrokken worden aan het lichaam. Het lichaam regelt namelijk zelf de zuurtegraad.
Calcium/fosforverhouding
Duiven krijgen dan wel grit en/of andere supplementen die mogelijks calcium bevatten, maar calcium op zich wordt niet of zeer moeilijk en beperkt opgenomen door het lichaam. We zien vaak dat vooral kweekduiven maar blijven eten en pikken van mineralenmengsels of grit. Dat komt omdat ze wel calcium tot zich nemen maar het lichaam deze niet opneemt wegens geen of een verkeerde calcium/fosforverhouding, met alle gevolgen van dien.
Klei
Is een natuurproduct en bijzonder rijk aan mineralen, sporenelementen en enzymen. Die enzymen zorgen voor een betere opname van voedingstoffen uit de voeding. Natuurlijke klei heeft tevens de eigenschap het lichaam te ontgiften, toxines en andere afvalstoffen te verwijderen en het immuunsysteem te stimuleren. Mineralenmixen op basis van natuurlijke klei verdienen omwille van deze eigenschappen zowel tijdens het kweek- als het vliegseizoen de voorkeur.
Omega 3-6-9
Het is goed een voer te kiezen met een goede omega 3-6 verhouding. Duivenvoer zal efficiënter en economischer energie leveren naarmate de omega 3-6 verhoudingen beter zijn. Die waardes kan je terugvinden op het label of in de beschrijving van het voer. Ideaal zou zijn: 2 delen omega 6 voor 1 deel omega 3, maar dat is in de praktijk moeilijk haalbaar. Je hebt al een heel goed voer als de waardes 6/1 of minder zijn. Heb je een voer met een goede omega ratio dan kan je die verhouding nog verbeteren door een omega pus olie te gebruiken. Let er evenwel op dat deze op basis van lijnzaadolie en/of notenolie, visolie gefabriceerd werd, al dan niet met toevoeging van lecithine.
Gedurende de winter is het beter voor loszittende duiven olie zonder lecithine te gebruiken. Lecithine is een emulgator die duiven toelaat sneller meer vetten te stockeren en daar hebben onze atleten in wintertijd helemaal geen behoefte aan. Lijnzaadolie is een perfect alternatief en makkelijk in elke reformwinkel verkrijgbaar. Ook in de afdeling voor paarden kan je ze in dierenwinkels of tuincentra vinden. Een goedkope en zeer efficiënte oplossing. Beter het dagelijks een weinig te gebruiken dan 2 keer per week wat meer. Belangrijk is de olie ruim op voorhand door het voer te mengen, zodanig dat ze er goed kan intrekken. Olie legt namelijk een film over het voer waardoor de granen en zaden onvoldoende water kunnen opnemen en dat is nefast voor de vertering.
Voor het koppelen
Een drie-viertal weken voor de koppeling zetten we onze duiven op een voer dat veel ruwvezel bevat. We doen dat vooral om het ganse darmkanaal te ontdoen van alle mogelijke afvalstoffen. Dat resulteert in een gezonde darmflora en een gezonde darmflora betekent gezonde duiven. Dat kunnen we eventueel nog een handje helpen door een goed probiotica aan het voer te laten kleven met een beetje lijnzaadolie. Ook walnoot-, kool- of raapzaadolie bevatten om en bij de 10-12% alfa-linoleenzuur maar met goed 55% Omega-3 vetzuur spant lijnzaadolie toch de kroon.
Het koppelen
Als duiven goed gezond zijn en de basisconditie ok is, zul je merken dat ze er meteen op reageren als je ze een meer eiwitwitrijk voer voorschotelt. Alvorens de koppeltjes samen te zetten volstaan 3-4 voederbeurten met een goede kweekmengeling voor de doffers. Duivinnen hebben voldoende aan 2-3 voederbeurten. Jagende doffers nemen niet echt de tijd om te eten en laten hun duivin ook niet toe rustig te gaan eten in een algemene voederbak. Daarom is het handig potjes in de kweekbakken te zetten zodat beiden toch voldoende voer tot zich kunnen nemen.
Eens gepaard
De ervaring heeft geleerd dat duiven die niet meteen goed aanparen of (te) vaak en makkelijk in verkeerde bakken vliegen er ook niet klaar voor zijn. Het heeft geen zin de boel te forceren. Bijlichten kan helpen en het voordeel er aan is dat de 2e ronde sneller zal opvolgen. Van 6u tot 22u is voldoende en Philips Master TL-D90 Graphica 36 watt/950 RA98 lampen zijn nog steeds de beste keuze. Extra vitamine E heeft ook al zijn nut bewezen.
Vanaf het moment dat de duiven goed gepaard zijn volstaat het om op de helft kweek en de helft winter/rustmengeling over te schakelen. De lijnzaadolie kunnen we nu vervangen door een goede omega-3 olie met lecithine. Eens er eieren in de pan liggen volstaat winter/rustmengeling tot wanneer de jongen geboren worden. Vanaf dan zorgen we voor een goede kweekmengeling. Hoe hoger het opneembaar eiwitgehalte, des te beter de jongen zullen opgroeien. Goed begonnen, half gewonnen…
Succes er mee!
Eddy Noël